Volgens de UN-aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (UN RTDG) kan er een uitzondering zijn voor brandbare producten met een vlampunt onder 60°C en boven 35°C, specifiek diegene die de L.2 deel III sectie 32-test doorstaan. Deze producten, vaak viskeuze stoffen, vertonen mogelijk niet de typische gevaarsymbolen voor brandbare materialen vanwege deze uitzondering. Hierdoor kunnen of moeten ze volgens regelgevingen zoals VLAREM in Vlaanderen (België) buiten de aangewezen gebieden voor stoffen met brandbare symbolen worden opgeslagen.
Deze situatie heeft twee belangrijke gevolgen voor het beheer van de opslag:
1) Ruimteplanning: Faciliteiten kunnen ontdekken dat ze onvoldoende ruimte hebben toegewezen om deze niet-gesymboliseerde brandbare producten veilig op te slaan. Effectief ruimtebeheer moet rekening houden met deze uitzonderingen om ervoor te zorgen dat alle brandbare producten, ongeacht de aanwezigheid van symbolen, veilig en in overeenstemming met de regelgeving worden ondergebracht.
2) Veiligheidsmaatregelen buiten aangewezen gebieden: Afhankelijk van de resultaten van de risicobeoordeling kan het nodig zijn om brand- en explosieveiligheidsmaatregelen te implementeren buiten de traditioneel aangewezen gebieden voor de opslag van brandbare producten met gevaarsymbolen.
23 april 2024
23 april 2024
23 april 2024
17 juli 2023
03 januari 2023
21 november 2021
11 oktober 2021
10 april 2021